Ruwharen

Ruwharige honden hebben een stugge harde vacht. Deze vacht is elke 6 maanden rijp om te kunnen worden uitgeplukt (plukrijp).

Voorbeelden van ruwharige hondenrassen zijn:

Ruwharige Jack russels, Cairn terriers, Ruwharige Teckels, Airdale terriers, Border terriers, etc.

​

Zoals hierboven beschreven is elke haar na 6 maanden rijp. Als u eerst de linkerkant zou plukken en 1 maand later de rechterkant zouden die 2 kanten dus niet meer synchroon lopen en kunnen beide kanten dus niet meer tegelijk getrimt worden. Dit voorbeeld geeft dus aan hoe beperkt de opties zijn met dit vachttype.

​

Er zijn 4 trim opties bij dit vachttype:

1: Plukken tot de onderwol. Hierbij worden elke 6 maanden alle bovenste haren uitgeplukt en blijft er een korte (meestal) wollige laag over.

​

2: Strippen. Hierbij word er een laag gecreëerd die niet meer gelijk loopt met de bovenste laag. Hierdoor komen er dus 3 lagen met verschillende lengtes op de hond te staan. 1 korte wollaag, 1 wat langere ruwe laag en 1 nog wat langere ruwe laag.

Door de bovenste ruwe laag weg te plukken blijft de wat kortere ruwe laag over en behoud de hond het ruwharige effect zonder er al te lang/rommelig uit te zien. De bovenste laag word elke 3-4 maanden uitgeplukt, hierdoor is de bovenste laag bij de pluktbeurt altijd minimaal 6 maanden oud en dus plukrijp. Na het uitplukken van de bovenste laag zal de 2e laag dus uitgroeien tot bovenste laag en de onderste korte laag groeit uit tot de 2e laag.

​

3: Scheren. Door een ruwharige hond te scheren of knippen veranderd de structuur en de haar van de hond. Hierdoor is een hond op een gegeven moment niet/nooit meer te plukken, soms al na 1 keer scheren/knippen.

Het zou nog kunnen worden 'teruggeplukt', door de haren geforceerd regelmatig uit te plukken.

Aangezien dit geforceerd word en pijnlijk is, doe ik dit niet.

Het scheren of knippen van een ruwharige hond is soms nodig als een hond bijvoorbeeld huidproblemen heeft, erg oud word of als de haren gewoonweg niet los genoeg zitten en de hond er pijn bij ervaart. Het scheren is absoluut niet slecht voor een ruwhaar, de verandering die plaatsvind in de haar is puur cosmetisch. We zouden zelfs kunnen zeggen dat scheren een minder grote aanslag op de huid is en daarnaast een minder lange/intensieve trimbeurt, waardoor de trimbeurt automatisch ook nog eens wat goedkoper uitvalt. Door te scheren maakt de frequentie van de trimbeurten niet meer uit en kan elke gewenste lengte worden gekozen. Ik ben absoluut niet tegen het scheren van een ruwharige hond, ik raad het alleen niet aan bij gezonde honden die een prachtige harde en goed loszittende vacht hebben omdat het plukken een mooi natuurlijk uiterlijk geeft.

​

4: Lang houden. Elke vacht heeft een genetisch uiteindelijke lengte, de haren groeien niet meters door. Bij een ruwhaar valt die uiteindelijke lengte reuze mee. Bij veel ruwharige honden zou u de hond dus 'lang' kunnen houden. Hierdoor behoud de hond het ruwe uiterlijk, zonder dat er aan geplukt hoeft te worden.

Bij deze optie is er wel frequent onderhoud nodig, omdat de vacht op zijn volst is, is het wat moeilijker bij de houden met de kam en zal het daardoor makkelijker kunnen klitten. De trimsalon zou in dat geval elke 6-12 weken een was en blaasbeurt kunnen geven (afhankelijk van hoe hij thuis word bijgehouden). Op deze manier blijft de vacht doorkambaar en kan de hond bijvoorbeeld bij de voeten en kop worden gefatsoeneerd. De trimbeurt is een stuk voordeliger dan als de hond geplukt zou worden, maar de frequentie van de trimbeurten ligt hoger.

​

Ivm lichamelijke problemen kan ik helaas niet alle honden die geplukt moeten worden meer aannemen, indien ik uw hond niet kan aannemen kan ik u wel altijd nog van advies voorzien.